Er doet een nieuw grapje de ronde onder de wielerfans: Britse Tour de France winnaars zijn als London Buses. Je wacht een eeuwigheid voor er eentje voorbij komt en dan krijg je er ineens twee, meteen na elkaar.
In juli 2009 bestond Team Sky enkel op papier als een reeks losse ideeën en cijfers, terwijl Dave Brailsford en zijn partners trachtten uit te vissen hoe ze een professioneel wielerteam op poten moesten zetten. Wanneer het kersverse team in januari 2010 zijn eerste race wint en hiermee een ‘wild card’ voor de Tour de France binnenhaalt, worden grootse ambities gelanceerd: de Tour de France winnen met een Britse wielrenner binnen de vijf jaar. Deze ambitie werd op hoongelach onthaald. Laten we eerlijk zijn, nog nooit in 97 jaar had een Brit de Tour gewonnen. Chris Froome startte dit jaar als de gedoodverfde favoriet; hij beheerste de race vanaf het einde van week één en keek niet meer om. Bradley Wiggins deed in 2012 net hetzelfde.
Wie had kunnen voorspellen dat een Brit ooit voor het tweede opeenvolgende jaar de Tour zou winnen? Vier jaar heeft het geduurd en dat is geen toeval: vier jaar is een Olympische cyclus. Het doel van Team Sky was het wielrennen domineren met de Olympische succesmethodes, namelijk de “aggregatie van marginale voordelen” of de theorie dat voldoende kleine elementen, mits goed uitgevoerd, tot succes leiden. Het buitengewone talent van deze wielrenners staat buiten kijf, maar uiteindelijk was het doorgedreven performance management van Team Sky de sleutel tot hun succes: oog voor detail, innovatie, luisterbereidheid en doorzettingsvermogen.
Het eerste jaar verliep niet zonder slag of stoot. De “marginale voordelen” die Team Sky introduceerden werden niet zelden weggelachen – denk maar aan de anti-slip matjes en speciaal op maat gemaakte bedden die ze elke avond in en uit de hotels sleurden. Ondanks alles zetten ze door en met een bijna belachelijk oog voor detail. Zo stelde Tim Kerrison een innovatief, maar radicaal programma dat aan de basis ligt van het succes van Wiggins en Froome: intense hoogtetrainingen, omgekeerde periodisering, training in team, … Een computermodel bepaalde hierbij exact welke training nodig was voor de renners om de Tour te winnen. Ze maten alles wat gemeten kon worden in hun zoektocht naar kleine verbeteringen – de aerodynamica van de fietsen, de absorptie van verschillende vezels en de energieoutput van bepaalde voeding. Daartoe monitorde voedingsdeskundige Nigel Mitchell nauwgezet elke gram die de renners opnamen — van de maaltijden tot de visolie en fruit- & groentenshakes. Zwakheden werden zonder verpinken gecorrigeerd (denk maar aan Wiggins die maar liefst 8kg lichaamsgewicht wist te verliezen). Op technologisch vlak kwamen ze op de proppen met een unieke methode van interne communicatie gebaseerd op dropbox. Op vlak van sponsoring ten slotte kozen ze resoluut voor partners die werkelijk hun ambitie en visie op vlak van wielrennen delen en mee kunnen vormgeven: Rapha en Jaguar.
En in heel dit verhaal hebben ze maar één doel voor ogen: de Tour winnen, zonder afleiding en met de steun en toewijding van het volledige team. Het laat ons zien wat er bereikt kan worden wanneer performance management toegewijd en doorgedreven wordt uitgevoerd. Het is een schitterend voorbeeld voor elke manager, in welke sector dan ook.